ingrediënten

  • Zetmeelpoeder: een glas
  • Suiker: twee glazen
  • Rozenwater: een half glas
  • Water: vier glazen
  • Vloeibare olie: driekwart glas
  • Gebrouwen saffraan: vier eetlepels
  • Geraspte kardemom: zes stuks
  • Gesneden amandelen, pistachenoten en walnoten: een glas
  • Kokospoeder: naar wens voor decoratie

Hoe te bereiden:

Giet eerst het zetmeelpoeder in een pan met water en meng goed om ervoor te zorgen dat alle zetmeeldeeltjes in het water goed opgelost zijn.

Zet nu het mengsel van zetmeel en water op het vuur en roer constant tot het mengsel beetje bij beetje dikker wordt.

Nu de ingrediënten licht geconcentreerd zijn, voeg je suiker en de helft van de olie toe en meng je het geheel goed op laag vuur en laat je de ingrediënten 2 uur langzaam koken. Meng de ingrediënten regelmatig zodat het niet plakt.

Voeg na deze stappen de resterende olie toe en meng goed.

Voeg rozenwater, kardemom en saffraan toe en meng goed. In dit stadium is het materiaal bijna stijf en elastisch.

Voeg tot slot pistachenootjes, amandelen en walnoten toe en meng goed. In dit stadium moet de muscat met een lepel uit de pot komen, wat een teken is dat de muscat gaar is. Als je dit stadium bereikt hebt, giet je de ingrediënten in een geschikt bakje en terwijl het nog warm is, vet je de achterkant van de lepel in en strijk je het oppervlak van de ingrediënten goed glad. Dek de schaal nu af met cellofaan en zet hem minstens 5 uur in de koelkast om op te stijven. Snijd vervolgens in de gewenste afmetingen.

Je kunt de muscat versieren met kokospoeder.

Eet smakelijk!